We hebben er niet meteen eenzelfde overduidelijk woord voor in het Nederlands volgens mij…othering of otherising. Maar we kennen het hier even goed als op elke andere plaats op aarde waar de “wij versus zij” steeds meer gepromoot en aangevuurd wordt.
En daar waar we (helaas) al langer het ‘otheren’ kennen op basis van gender, ras, godsdienst, nationaliteit of taal…is de aanleiding van een angstaanjagende stijging wat “othering” betreft de “corona”-shituation waarin we zitten.
Zowel voor 2020 als nadien gaat “othering” over het demoniseren van die ‘anderen’, het beschuldigen van hen voor leed of kwaad in de wereld, een gemeenschap, land etc. Terwijl mensen, over het algemeen, diegenen die ze ‘anders’ noemen niet eens kennen.
Het is gebaseerd op de bewuste en/of onbewuste veronderstelling dat een bepaalde groep of een bepaald individu een bedreiging vormt voor de ‘eigen’ groep. “Othering” vertrekt veelal vanuit angst.
Angst voor verandering, angst voor wat niet controleerbaar is, angst voor het niet weten…. Mensen kunnen eigenlijk maar een bepaalde hoeveelheid verandering verwerken in een bepaalde tijd zonder angstig te worden. Als er meer verandering is dan mensen aankunnen is het dus een compleet natuurlijke reactie om in angst te gaan. Maar hoe we als mens met die angst omgaan is iets wat we wél bewust kunnen kiezen, of wat we kunnen leren – als een sociale vaardigheid. Verandering, onzekerheid, onmacht, angst…onze reactie daarop moet niet negatief zijn, moet niet ‘othering’ zijn. Maar waarom gebeurt het dan zo veel en met zo’n haast vanzelvigheid?
Mensen kunnen er maar moeilijk mee om dat een onzichtbare vijand de samenleving of de wereld bedreigt en dat er op wereldschaal boven onze hoofden beslissingen genomen worden die voortdurende grote en snelle veranderingen met zich mee brengen. Dus is het logisch da t mensen zoeken naar ‘iemand’, in de vorm van een individu of groep, die kan aangesproken worden en beschuldigd worden als de grote oorzaak van het eigen lijden onder angst, onzekerheid etc.
Wat publieke figuren, mensen op radio en televisie voortdurend vertellen en herhalen is van grote invloed op de menselijke reacties. Ze hebben een enorme hand in het verdelen van het volk.
Het taalgebruik van veel (inter)nationale leiders dezer dagen, van al wie aan het woord gelaten wordt, in de mainstream-media, activeert de angst en vrees van mensen voor de vermeende ‘ander’, het promoot of stimuleert “othering”. Ze zijn de olie op het vuur dat “othering” doet oplaaien als nooit tevoren. Hun uitspraken zetten aan verdeeldheid, afgescheidenheid, zelfs tot processen van uitsluiting en ontmenselijking.
Ik vraag me hier samen met jou graag luidop af wat maakt dat ze die kaart trekken, de kaart van verdeeldheid, van het promoten van angst en uitsluiting. Welk voordeel levert het hen op? Waar komt het vandaan – mogelijk ook gewoon uit angst?
Er zijn ook andere opties, andere mogelijkheden. Voor hen, beleidsmakers en wetenschappers, journalisten en influencers…voor ons allemaal.
We kunnen kiezen om onze angst te (h)erkennen, om te voelen wat er in ons wordt bewogen door het vele niet-weten, alle onzekerheid. We kunnen kiezen om te verwerken welk oud zeer of welke oude angst er aangeraakt wordt door al wat nu gebeurt. We kunnen woorden geven aan onze bezorgdheid voor onze (klein)kinderen. We kunnen op tafel leggen wat onze grieven zijn. Zonder aanvallend te zijn naar andere mensen, die misschien dezelfde of andere angsten en gerieven hebben. Zonder vast te houden aan het eigen gelijk en de eigen waarheid.
We kunnen kiezen om bruggen te bouwen, om elkaar de hand te reiken en onze blik richten op de gezamenlijke toekomst hier op aarde, een thuis die we allemaal delen met elk levend wezen op deze planeet.
We kunnen kiezen om te vertrekken vanuit onze gedeelde menselijkheid en verbondenheid, terwijl we erkennen dat we verschillen hebben.
In plaats van valse verhalen van “wij tegen zij” te vertellen en te geloven kunnen we weerstand bieden aan de strategische exploitatie van de collectieve angst. Door ons open te durven stellen voor elkaar en te kiezen voor al wat ons verbindt kunnen we de nieuwe samenleving gaan co-creëren. We kunnen kiezen om open te staan voor elkaar, om elkaar écht te horen en te zien. We kunnen de verschillen eren en vieren, omdat het onze blik verruimt en ons verrijkt. Door dat te doen supporteren we elkaar én onszelf om met verandering om te gaan en geven we betekenis aan het woord samen-leving.