Geen gewoontebeestje meer zijn.

Dat we ongeveer allemaal gewoontebeestjes zijn en min of meer gedijen bij bepaalde rituelen, patronen, structuren is niet nieuw.  Dat er daarom heel wat mensen even hebben moeten schakelen toen de lockdown een aantal gewoontes op z’n kop zette en een aantal geplogenheden onmogelijk heeft gemaakt, heeft ervoor gezorgd dat het best oncomfortabel was.  Voor sommigen alleen maar bij momenten, voor anderen was het bijzonder verstorend, creëerde het onrust en chaos, in het hoofd, het lijf en ook in de dag.

Vandaar dat heel wat mensen toch op één of andere manier nieuwe  binnenhuis-gewoontes hebben gecreëerd, nieuwe herkenbare, weerkerende ‘dingen’.  Online yogalessen, videosessies om samen te aperitieven, virtuele cafésessies, voorlesssessies voor de kleinkinderen…
Nieuwe gewoontes waar we opmerkelijk snel aan gewend raken.  En die ons het gevoel geven dat we weten waar we aan toe zijn, al hebben we tegelijk met z’n alleen geen flauw idee hoe en wanneer we weer helemaal uit de Coronacation zullen komen en wat de verstrekkende gevolgen zullen zijn.

Los van het feit dat we een paar ankerpunten in de dag of week willen hebben, omdat we een bepaalde graad van voorspelbaarheid en herkenbaarheid willen in het leven – voor onze gemoedsrust, voor een idee van veiligheid waarbij we ons goed voelen, is er ook nog iets anders dat vaak speelt.  De auto-pilot-functie die we blijkbaar met zovelen hebben aan staan.  Onbewust?  Goed mogelijk.  Op automatische piloot staan en dingen ‘doen’ lijkt niet zo gek omdat we misschien de overtuiging hebben dat het dan het snelst gedaan is, als we denken aan bepaalde saaie klussen waar we niet rond kunnen in een huishouden.  Maar op automatische piloot is er al snel zoveel vervlakking, zoveel afgeslotenheid en zoveel onbetrokkenheid merkbaar.  Het lijkt zelfs alsof er minder leven in het leven en de mensen zit door die gewoonte, door die automatische piloot-modus.  “Het” gebeurt niet alleen zonder nadenken, ah ja wegens een goed geoefend steeds weerkerend iets dat niet alleen in onze vingers maar in het hele geheugen van ons lichaam en wezen zit.  Het gebeurt ook zonder wezenlijke betrokkenheid, zonder aandacht, zonder ergens bewust mee bezig te zijn, zonder gewaarwording.

En dat kan best erg zijn als je er aan denkt dat het ook gaat over ‘gewoontes’ die erin geslopen zijn in onze vriendschappen, onze partnerrelaties, onze interactie met (klein)kinderen, collega’s…en onze relatie met onszelf.  Nieuwsgierigheid, verwondering en interesse is nochtans iets wat eigen is aan ons als mensen.  Kijk maar naar kleine kinderen, die hebben vragen zat, willen nieuwe dingen en vaardigheden kennen en kunnen als ze daarin vrijgelaten worden.  Als we hen als ouders of opvoeders daarin ondersteunen en zelfs stimuleren, of liever nog als we het hen voorleven en zelf met verwondering in het leven staan, dan blijven kinderen dat behouden. Het is een mooie kwaliteit om niets vanzelfsprekend te vinden, om in elk moment, elke ontmoeting, elke uitwisseling – verbaal en/of non-verbaal,  elk samen-zijn of alleen-moment, het nieuwe te ervaren.  Datgene wat ‘anders’ is dan een vorige keer.  Ontdekken hoe de constante veranderlijkheid in alles in het leven en de natuur wat al wat is, ook werkelijk elke keer weer nét iets anders doet met ons in onze beleving.

Die houding, die verwondering, die nieuwsgierigheid die samenhangt met een openheid van hart en geest, komt voort uit een meer bewuste keuze.  Elke keer opnieuw.  Elk moment opnieuw.  Wat er onlosmakelijk mee samen hangt is het vermogen om enerzijds werkelijk verbonden te zijn met onszelf en onze innerlijke wereld, met ons voelen, ons gewaarzijn.  En anderzijds om van daaruit, vanuit die verbinding met onszelf een werkelijke verbinding te maken met de ‘ander’, of het nu een mens, een boopm, een dier of wat dan ook is.  Het is een wezenlijk andere manier van in het leven staan.  Voor sommigen lijkt het idee alleen al vermoeiend heb ik eens opgevangen; alsof het toch wel wat is hoor voor onze menselijke batterijen, dat werkelijk bewust zijn.  Voor veel mensen is het wellicht ook best confronterend om werkelijk te voelen, in te tunen, te zien en gezien te worden, te horen en gehoord te worden.  Wat overigens niet betekent dat er de hele tijd moet geinterageerd worden, doelbewuster leven, de intentie om authentiek te zijnj en te connecteren met elkaar staat niet gelijk aan verbale interactie.

Mij lijkt het een win-win voor iedereen als we, zoals de quote van vandaag zegt, meer bewust leven in plaats van uit gewoonte.
Wat denk jij?